Hoe ga ik plantjes verspenen?

Als na het zaaien de plantjes beginnen op te komen, zie je al snel waar er teveel bij elkaar staan. Heel voorzichtig kan je dan wat dunnen. Daarna laat je ze met rust tot ze twee echte groeiblaadjes hebben gekregen en dan wordt het tijd om ze te gaan verspenen. 

  • Bij sommige soorten zet je ze uit in een iets grotere bak waar ze wat meer ruimte hebben. Hierbij vind ik een zaai- en plantrekje erg praktisch. Je maakt er op gelijkmatige afstand gaatjes mee, die niet te diep zijn. 
  • Andere plantjes gaan in individuele potjes of in een zaaibak met grotere cellen, waar ze in kunnen doorgroeien tot ze worden uitgezet. 
  • De jonge plantjes wip je voorzichtig met een verspeenvorkje (RVS werkt fantastisch omdat de grond er niet aankleeft) omhoog, terwijl je met de andere hand het plantje voorzichtig aan zijn kiemblaadjes vasthoudt. Nooit aan het tere steeltje. Nu kan je het in het nieuwe plantgaatje laten zakken. 
  • Druk de grond voorzichtig rondom aan. Water geven moet in dit stadium met zorg gebeuren. De plantjes worden door een straaltje water al snel  beschadigd. Zorg voor een heel fijn broeskopje op je gieter of gebruik een Supaspraya gieterdopje op een petflesje.  
  • De eerste tijd dek je de plantjes nog af om verdampen te voorkomen, maar als je ze ziet groeien ga je een beetje luchten. Te veel vocht zou voor schimmelvorming kunnen zorgen. Ze mogen nu iets koeler staan, maar hebben wel veel licht nodig! Staan ze te donker, dan gaan ze zich uitrekken om licht te zoeken en krijg je lange, slappe planten. 
  • Plantjes, die in een zaaibakje wat dichter bij elkaar zijn verspeend, moeten nogmaals worden verplant als ze groot genoeg zijn. Denk hierbij ook eens aan zelfgemaakte, papieren potjes. Van krantenrepen maak je met behulp van een papierpotten persje stevige potjes waarin je de plantjes kunt laten staan tot ze worden uitgezet. Ze gaan dan met potje en al de grond in, waar de worteltjes door de krant heen groeien. Direct na het uitzetten helpt het krantenpapier ook om de grond vochtig te houden en later verteert het. De nog tere worteltjes worden zo minimaal verstoord.
Terug